‘Het helpt: iets maken. Iets creëren. Iets doen’

‘Het heeft mij dik drie jaar gekost om weer een beetje normaal te kunnen functioneren. Als ik een 9-tot-5 baan had gehad, weet ik niet of ik de dood van Thijs ooit had overleefd. Als je muziek maakt, kun je je emoties kwijt. En als mijn muzikantenvrienden vonden dat ik er even tussenuit moest, werd ik bijvoorbeeld uitgenodigd om mee te gaan touren in Afrika. Drie en een half jaar na zijn dood brachten onder meer Kyteman en Jean-Marie Aerts op Thijs’ verjaardag in kleine oplage een plaat uit waarop we ‘Kraaien’ van André Manuel hadden opgenomen. Die is op zijn geboortedag door de hele stad verspreid. Dat helpt: iets maken. Iets creëren. Iets doen.

„Thijs is mijn eerstgeborene. Hij kwam op Eerste Kerstdag in 1990 ’s ochtends heel vroeg ter wereld in het Utrechtse Diakonessenhuis. Binnen een minuut stond tv-presentator Jan Lenferink met een taart voor onze neus. Hij wilde het eerste Kerstkind van dat jaar in zijn programma. Ik heb ’m vloekend de deur gewezen. De verpleegkundige zei nog: ‘Het is Kerst, mijnheer. Niet vloeken’. Maar die gasten rolden zo hun kabels uit en liepen langs me.

„Bij zijn geboorte wilde ik het geluk van de daken schreeuwen. Een verschrikkelijk mooie, grote emotie. Ik voelde me ook meteen verantwoordelijk, en werd me ervan bewust dat je geluk ook kunt verliezen. Bij zijn dood had ik net zo’n sterke emotie. Maar dan andersom. Ik wilde het uitschreeuwen van verdriet. Ik was hem kwijt.

„Thijs was die middag niet thuis gekomen bij zijn moeder. Ze had mij gebeld of hij bij mij zat; zijn moeder en ik waren al een tijdje uit elkaar. Ik had in die periode af en toe het gevoel dat het niet helemaal goed met hem ging, maar ik heb nooit gedacht dat het zo ernstig was. Hij deed het goed op school. Zat op een tweetalig vwo. Had verkering met het mooiste meisje van de klas, speelde waterpolo, was muzikaal en had humor. Je zou zeggen: alles zat hem mee. Soms zag-ie wat bleekjes en was hij niet zo levenslustig. Hangerig. Had periodes dat hij alles stom vond. Dat herkende ik uit mijn eigen puberteit. Ik was toen ook niet altijd even blij.

„In de ogen van een Khoisan-meisje zag ik de ogen van mijn zoon”

„Ik ging die avond vroeg naar bed en had een heel duister gevoel in mijn hoofd. Tegen tien uur werd ik gebeld met de boodschap dat Thijs er niet meer was. Ik ben meteen in de auto gesprongen en naar zijn moeder gereden. Ik was in shock. Ben mensen gaan verwittigen. Langs zijn vriendinnetje gereden. Zijn opa. Mijn broer. De volgende ochtend ben ik met de vriend van mijn ex naar het mortuarium gegaan. Daar herkende ik Thijs aan zijn handen. Zo’n trein laat weinig van je over. Daarna moest ik het zijn zusje gaan vertellen. Zij was met school een paar dagen weg.

„Je hoofd slaat op hol. Je bedenkt honderden redenen. Die zoektocht barste los na het afscheid van Thijs. Een prachtige bijeenkomst met honderden mensen. Thuis werd ik gek. De muren kwamen op me af. Ik heb geprobeerd me te verliezen in uitgaan en drank. Dat werkte niet. Toen ben ik gaan fietsen. Eerst 30 à 40 kilometer per dag, maar al snel veel meer. Niet zeven dagen in de week, maar zeker wel vijf. En dan ondertussen al die scenario’s afgaan. Wat heb ik verkeerd gedaan? Heeft onze scheiding er iets mee te maken? Wat hebben we niet gezien? Alles om te kunnen begrijpen waarom hij voor zelfmoord heeft gekozen. Thijs heeft niets achtergelaten. Geen brief. Niets op zijn computer. Niets op zijn telefoon. Nergens.

„Een week na zijn begrafenis droomde ik dat ik op een strand liep waar het zand opeens ophield en vijftig meter lager de zee was. Ik zag Thijs spelen bij de vloedlijn. Opeens zat hij naast mij op de rand van het strand en keek mij aan. Ik weet niet eens zeker of hij woorden gebruikte, maar zijn blik zei: ‘Pa, het is gebeurd. Laat het maar. Ik kan er niets meer aan doen.’ Heel wijs. Een jaar later had ik in Zuid-Afrika een soortgelijke ervaring. In de ogen van een Khoisan-meisje zag ik de ogen van mijn zoon. Heel bijzonder.

„In die eerste jaren was ik mijzelf niet, en ook mijn omgeving veranderde. Ik had zoiets al eens eerder meegemaakt door het succes van Urban Dance Squad. Door roem gaan mensen ook heel anders tegen je doen. Sommigen komen heel dichtbij en zijn superlief. Anderen worden een beetje bang van je en durven niets meer te vragen. Ik zei altijd dat het pas echt slecht met mij zou gaan als mensen niets meer aan mij zouden durven vragen. Want dat contact had ik nodig. Gedeeld leed is half leed en gedeelde vreugd is echt dubbele pret. Dat is wel een van de grote lessen die ik heb geleerd. Lief zijn tegen andere mensen en empathie hebben, is echt belangrijk.

„Ik denk nu, bijna 17 jaar later, dat Thijs heel wereldwijs was, maar emotioneel nog niet volwassen. En dat hij in een opwelling voor de trein is gesprongen. Misschien is er gewoon iets niet goed gegaan in zijn hoofd. Laatst had een oud-docent van zijn lagere school een lange voicemail ingesproken over Thijs. Over hoe speciaal hij hem altijd had gevonden. Daar was ik heel blij mee. Als vader vind je je kind natuurlijk altijd speciaal. Maar het is heel fijn als iemand anders dat bevestigt, en dat ik niet de enige ben die hem nog steeds speciaal vindt.”

Praten over zelfdoding kan bij de landelijke hulplijn 113 Zelfmoordpreventie. Telefoon 0800-0113 of www.113.nl.